Gepubliceerd op 25 augustus 2024

Maandag 12 augustus 1974: de start van mijn vierde schooljaar in het onderwijs. Ook nu was de combinatieklas 4+5 weer aan mij toevertrouwd, resp. 11 en 17 leerlingen. Nu niet meer die overvolle klas van 40 kinderen zoals twee jaar terug, wél met mijn inmiddels behoorlijke onderwijservaring om de combinatie 4 en 5 te bestieren.

De leerlingen van klas 4+5 in het schooljaar 1974-1975

Het aantal leerlingen was nu weer zó behapbaar dat ik besloot om de 20 vaste schoolbanken met zijn 40 zitplaatsen om te ruilen met de 30 losse tafels en stoelen die pas 3 jaar geleden nieuw waren aangeschaft. Ik kon ze nu heel mooi opstellen: een binnencarré voor de 11 leerlingen van klas 4, de buitencarré voor de 17 leerlingen van klas 5. Deze opstelling had, behalve dat het gezelliger was, het voordeel dat, als je aan één klas lesgaf, je toch het hele lokaal met zijn beide klassen bleef overzien. Op maandag- en dinsdagochtend nam parttime-collega José klas 4 over, op donderdag- en vrijdagochtend klas 3. Deze 4 ochtenden ondersteuning aan de beide combinatieklassen vervielen helaas na de kerstvakantie. Dit vanwege het teruggelopen leerlingenaantal. En het zou dit schooljaar echter niet blijven bij deze bezuiniging...  

Tijdsbeeld

In wat voor wereld leefden we eigenlijk medio 1974? Op de eerste zondag van de zomervakantie, 7 juli, beleefden we de zinderende finale van het WK Voetbal in München. Nederland was doorgedrongen tot deze finale, maar verloor met 1-2 van West-Duitsland. 

Ook de laatste vakantieweek schreef wereldgeschiedenis. President Nixon werd gedwongen af te treden: de Watergate-affaire! Ik herinner me zijn vertrek op 9 augustus uit het Witte Huis toen hij de helikopter instapte en als een soort filmster iedereen toezwaaide. Ik weet nog dat ik die rechtstreekse tv-beelden heel bizar vond.

Een bijzonder emotionele dag was zaterdag 31 augustus toen Radio Veronica om 18.00 uur de uitzendingen moest staken als gevolg van nieuwe wetgeving om zeezenders het zwijgen op te leggen. Vanaf 1960 was Radio Veronica 14 jaar lang allesbepalend voor onze en mijn tienertijd. Ik weet nog dat het die dag voelde alsof een geliefde stierf...

Een wel heel heftige gebeurtenis hield Nederland en de wereld van 13 t/m 17 september in zijn greep: de gijzeling in de Franse ambassade door het Japanse Rode Leger. Prinsjesdag verliep daardoor zonder enig traditioneel ceremonieel vertoon: de Koningin kwam per auto naar de Ridderzaal en opende haar troonrede met een verwijzing naar wat even verderop gaande was. Piloot Pim Sierks bezocht de terroristen in de ambassade (zie foto) en vloog hen met de vrijgelaten gevangene en het losgeld naar Damascus.  

En op muzikaal gebied? Natuurlijk alle aandacht voor het einde van Radio Veronica, o.a. van Peter en zijn Rockets met Veronica sorryEen andere hit was Rock your baby van George McCrae, bekend om zijn eindeloos herhaalde minimale tekst, opgenomen rond het Leidseplein. 

Tumultueus overleg schoolhoofden

Ook in onderwijsland ging het die weken er heftig aan toe. Niet op onze St. Jozefschool in het dorp Sloten, maar wél in het overleg van schoolhoofden met het schoolbestuur. Sinds vorig jaar vergezelde ik mijn schoolhoofd op deze hoofdenvergaderingen. Onze school viel onder schoolbestuur de ASKO waartoe bijna alle Amsterdamse katholieke kleuter-, lagere en mavo-scholen behoorden. Wat enkele maanden vóór de zomervakantie al smeulde, barstte als een bom tijdens het hoofdenoverleg op dinsdag 20 augustus. Wat er aan de hand was? Het ging om twee heikele onderwerpen waarover het schoolbestuur een besluit had genomen:

- de verplichting dat elke school eens per maand op woensdagochtend een teamvergadering onder schooltijd zou houden waarvoor de leerlingen vanaf half 11 vrij zouden zijn;

- het ontslag van alle conciërges en schoonmakers voor één dag per week, zodat ze niet langer op de woensdag werkzaam zouden zijn.

Verplicht vergaderen onder schooltijd

Al iets langer bestond de verplichting dat elk schoolteam eens per 6 weken vergaderde na schooltijd. Maar vanaf 1 augustus 1974 verlaagde het ministerie het minimum aantal lesuren van 1040 naar 1000 per jaar. Het schoolbestuur kwam toen met het plan dat van de 40 geschrapte lesuren er 20 zouden worden besteed aan 10 maandelijkse teamvergaderingen van 2 uur onder schooltijd. De resterende 20 lesuren bleven als zogeheten marge-uren staan voor calamiteiten waarbij tegen het eind van het schooljaar vrij gegeven mocht worden als deze niet waren aangesproken. De pijn bij de schoolhoofden zat hem niet in het feit dát er vergaderd moest worden, óók nog niet eens dat het onder schooltijd mocht of moest, maar vooral tegen het vergaderen op woensdag vanaf half 11 waarbij de kinderen naar huis moesten. Ik herinner me dat vooral de hoofdleidsters van kleuterscholen protesteerden tegen het naar huis sturen van kinderen om half 11 en daarmee problemen verwachtten met ouders. De reactie van het schoolbestuur: "De school is geen opvanginstituut". Dat was overigens een reactie die 50 jaar geleden nog heel redelijk klonk...!

Elke woensdag zonder schoonmaak

Dezelfde weerstand onder de schoolhoofden gold voor het ontslag van al het ondersteunend personeel voor één dag per week. Concreet voor onze school betekende dit dat onze schoolschoonmaakster, mevrouw Gooyer, woensdag thuis diende te blijven en zij terugging van 20 naar 16 uur en dus 20% salaris ging inleveren. Ook hier gold als grootste kritiekpunt niet alleen het inleveren van uren voor de schoonmaak, maar vooral ook de wijze waarop deze mensen aan de kant werden gezet zonder fatsoenlijk overleg vooraf. In een emotionele discussie die volgde beriep het schoolbestuur zich op de dringende noodzaak tot bezuinigen. Het feit dat de woensdag maar een halve schooldag was en eens in de maand vanwege de teamvergadering ook nog eens een halve ochtend was, zou de pijn verzachten, was de redenering.

Inspraak wassen neus?

Ook was er algemeen ongenoegen omdat alle inspraak die in de jaren '70 op gang kwam waaronder de pas ingestelde personeelsvertegenwoordiging in het schoolbestuur niet veel bleek voor te stellen. Bovendien kwamen beide besluiten als een donderslag bij heldere hemel. Namens onze school was ik sinds vorig jaar de gekozen afgevaardigde naar de Personeelsvertegenwoordiging Bestuur (PVB). Een aantal keren per jaar kwamen deze vertegenwoordigers van alle scholen bij elkaar om hun mening te geven over voorgenomen besluiten van het schoolbestuur; vergelijk het met een ondernemingsraad van nu. Ik vond het altijd blikveldverruimend om aan dergelijke sessies deel te nemen. Ik begon me dan ook steeds meer te interesseren voor schoolzaken die het niveau van het eigen klaslokaal ontstegen. Hoewel ik dat op dit moment nog niet kon vermoeden, zou mij dit over enkele maanden ten goede komen...

Hoe verder?

De toon op de vergadering van schoolhoofden op 20 augustus bleek te zijn gezet én te zijn overgekomen! Oud-collega Jan van Warmerdam, tot voor kort schoolhoofd van de St. Lukasschool en nu staflid bij het schoolbestuur, leidde de vergadering van schoolhoofden en kwam na overleg met de voorzitter van het schoolbestuur tot een compromis: de teamvergaderingen mochten in plaats van woensdagochtend ook op vrijdagmiddag worden gehouden, zoals de meeste scholen dat wensten. Eens per maand hadden de kinderen dus een vrijdagmiddag vrij. Het voornaamste doel van het schoolbestuur was nl. dát er werd vergaderd, o.a. over vernieuwingen in het onderwijs en dat dit voortaan niet meer ná maar onder schooltijd kon gebeuren. Belangrijk winstpunt daarbij was dat de teams van kleuter- en lagere school voortaan samen gingen vergaderen en daarmee ook samen zouden gaan werken aan de toekomstige samenvoeging tot één  basisschool. Overigens zou die eenwording, na meermalen uitstel vanuit het ministerie, pas in 1985 écht gaan gebeuren... 

Schoonmaak onder druk

De maatregel om alle schoonmakers voor één dag per week te ontslaan bleef echter van kracht. Het schoonhouden van onze school was voor 'onze' mevrouw Gooyer, geboren en getogen in Sloten, haar lust en haar leven. Elke dag wist zij de school weer brandschoon op te leveren. Ongelukkigerwijs moest zij kort daarna enkele maanden er tussenuit wegens een ziekenhuisopname. Haar werk werd toen overgenomen door een schoonmaakbedrijf: niet voor 16 uur per week, maar voor slechts 8 uur per week. "Waarom nu opeens maar 4 dagen van 2 uur?", vroeg mijn schoolhoofd zich af bij het schoolbestuur. Antwoord: "Een schoonmaakbedrijf met uitzendkrachten is nu eenmaal veel duurder dan een particuliere schoonmaakster die in vaste dienst is."

Dat het schoonhouden van de school nu opeens in 8 in plaats van 20 uur per week moest gebeuren, moesten we helaas binnen de kortste keren aan den lijve ervaren. De achteruitgang in schoonmaak bleek even later ook op alle andere scholen de algemene klacht te zijn. Helaas kwam onze mevrouw Gooyer niet meer terug. Op doktersadvies ging ze 2 uur per dag schoonmaken op de naastgelegen kleuterschool.  

Tot in 1974 elke dag een glanzend schone school dankzij onze eigen trouwe schoonmaakster.

Het werd alleen maar erger...

De resterende 42 jaar van mijn onderwijsloopbaan is het met de schoonmaak in de school eigenlijk alleen maar erger geworden. De vaste schoonmaker, die deel uitmaakte van het schoolteam, bestond niet meer. Nu waren het alleen nog maar uitzendkrachten die om de haverklap wisselden. Maar vaak zag je ze niet eens, omdat ze 's avonds werkten, vaak naast hun andere dagtaak. De schoonmaakbedrijven lieten nooit iets los over het aantal uren waarvoor zij waren ingehuurd. Als ik hiernaar informeerde, kreeg ik steevast te horen dat hun enige afspraak in het contract was dat de school schoon moest worden opgeleverd. Hoé en tegen hoeveel uren was niet aan de orde! Bij het schoolbestuur bedongen zij contracten waarbij zij zich tegen een zo laag mogelijk bedrag voor de klus inschreven, nog lager dan de concurrent. Zij deden dat steeds met de belofte om voor die 'scherpe' prijs de school schoon op te leveren. Aan de totaalprijs die de school moest betalen was echter wel af te lezen dat het schoonmaakbedrijf dé grote verdiener was en niet de schoonmaker zelf. Ik heb zelfs één keer meegemaakt dat een schoonmaakbedrijf de klus weer verpandde aan een ander bedrijf waardoor twee tussenschakels het geld opstreken en de schoonmaker slechts een fractie kreeg van het beschikbare budget! Toen ik hierover bij het schoolbestuur klaagde, mede omdat de schoonmaker in veel te weinig tijd onmogelijk zijn klus kon klaren, is deze misstand beëindigd. Zoals in steeds meer sectoren van onze samenleving bleek de schoolschoonmaak volop ten prooi te zijn gevallen aan een bedrijfsmodel waarbij (tussen)aannemers het meeste geld opstreken ten koste van het daadwerkelijke schoonmaakwerk...! En hoe dit anno 2024 verloopt lees je hier.  

Ook de school zelf schoonmaakonvriendelijk!

Niet alleen het nieuwe bedrijfsmodel - waarbij steeds meer geld aan de strijkstok blijft hangen - gaat ten koste van de schoonmaak. Oók allerlei nieuwe activiteiten van tegenwoordig in de klas én de werkdruk bij de leerkrachten zorgen ervoor dat de lokalen aan het eind van de dag er chaotisch bij liggen. Ga als schoonmaker maar eens aan de slag in een klas waarbij je eerst van alles moet opruimen voordat je überhaupt aan schoonmaken kunt beginnen...!

Afspraken met leerkrachten om hun lokaal schoonmaakvriendelijk in te richten of achter te laten blijken makkelijker gemaakt dan nagekomen, is ook mijn ervaring van 45 jaar onderwijs. Vernieuwen én bezuinigen blijken nu eenmaal moeilijk samen te gaan, en zeker als daarbij ook nog eens inspraak tot tegenspraak leidt. Wat is er nu, 50 jaar na dato, eigenlijk veranderd...?