Mijn start als schoolmeester in 1971, deel 5

Gepubliceerd op 15 april 2022

Hoe het eerste schooljaar in mijn onderwijsloopbaan verder verliep lees je in deze 5e aflevering. Hiermee ronden we dan het eerste kwartaal van 1972 af. En ik blik terug op de reünie die mijn leerlingen 32 jaar later in 2004 organiseerden...

Ik kan me nog herinneren dat ik me snel in mijn element voelde na de overstap naar klas 5. Een hogere klas sprak me sowieso meer aan. Ten eerste is het onderwijsaanbod van een ander niveau dan in klas 3 en leent de leeftijdsgroep zich beter voor onderwerpen die je als leerkracht bij hen veel meer kwijt kunt. In die tijd was altijd het advies om als beginnend leerkracht te starten in een middengroep om later -na de nodige opgedane ervaring- door te stromen naar een hogere klas. Ik denk dat dit nu nog steeds zo geldt. Vergeet niet dat je als 21-jarige beginneling maar slechts 10 jaar ouder bent dan je pupillen van een vijfde klas. 

Een hogere klas betekende ook dat je meer tijd moest besteden aan je lesvoorbereiding. Vooral bij de zogeheten zaakvakken was dat het geval. Landkaarten voor aardrijkskunde en wandplaten voor geschiedenis waren daarbij een welkome en broodnodige ondersteuning. Meer (audio-visuele) middelen had je toen niet. De school-TV kwam pas jaren later, en de videorecorder pas medio jaren '80. Wel had je de filmstrokenprojector en soms de filmprojector. Maar voor die laatste moest je 'blikken films' huren en was het heel bewerkelijk om de filmspoelen zonder breuk aan de gang te krijgen, nog afgezien van alle verduisteringsgedoe.

Schoolzwemmen
Ook in de 5e klas waren er de nodige vaklessen die door een vakleerkracht werden gegeven. Daarbij werden de jongens en meisjes gesplitst: twee keer per week handwerken (alleen voor de meisjes) en twee maal gymnastiek. En ook kwam eens per week kapelaan Brabander langs voor de godsdienstles: een joviale man die lol had in zijn vak en in zijn kevertje soms te laat arriveerde, omdat hij in de kerk eerst nog 'de mis moest lezen', herinner ik mij.

Vrijdagmiddag was er schoolzwemmen. Samen met een aantal zesdeklassers erbij die hun diploma vorig jaar nog niet hadden gehaald ging het met de zwembus naar het Sportfondsenbad West in de Cornelis Dirkszstraat. Net zoals in mijn eigen kindertijd was de 5e klas altijd het jaar waarin het schoolzwemmen aan bod kwam. Pas na 1972 werd het schoolzwemmen gefaseerd opgeschoven naar de 3e klas. Ik herinner me uit die tijd nog dat mijn schoolhoofd Gerard Nijman, elke keer als weer enkele leerlingen hun zwemdiploma hadden behaald, de klas binnen kwam om het diploma persoonlijk uit te reiken. Daarbij had hij een appel voor elke geslaagde om vervolgens de ceremonie in de klas af te sluiten door de lege appelzak op te blazen en te laten klappen.

School(tand)arts

Een andere wekelijks terugkerende gebeurtenis was de zitting van de schoolarts en de GG&GD-zuster in het voormalig Tolhuis aan de overkant van de kerk. Elke donderdagmiddag ging een aantal kinderen met een van hun ouders daarheen. Als leerkracht moest ik vooraf in een schriftje bijzonderheden over elk kind aanreiken die voor het onderzoek van belang konden zijn. Na afloop van de middag liep ik er langs om met de dokter en de zuster de resultaten van het onderzoek door te nemen en advies te krijgen over de aanpak, voor zover dat althans van toepassing was. Regelmatig overleg met externen over kinderen en hun evt. problemen was in die tijd nog geen gebruik. Deze gesprekken met de GG&GD waren daarom des te waardevoller om als leerkracht om te kunnen gaan met leerlingen die specifieke problemen hadden die mij al of niet bekend waren. Pas vanaf de jaren '80 werd deze vorm van leerlingenzorg algemeen goed in het onderwijs.

Een ander hoofdstuk, als het om gezondheid gaat, was de schooltandarts die de school twee keer per jaar met een bezoek vereerde. Het begon altijd met de bestelbus die kwam voorrijden waaruit twee mannen met vereende krachten het 'boorplatform' de school intilden. In de dagen daarna was het steeds de tandartsassistente in de witte jas die met de evenzeer gevreesde witte stapel kaarten de lokalen afliep. Telkens ging er een siddering door de klas bij de vraag wie nu wel of niet werd uitgekozen om mee te gaan. Ik herinner me nog altijd hoe een van mijn leerlingen, een meisje, bij terugkeer van de tandarts in de klas flauwviel...

Afscheid

Jaren had hij er al naar uitgekeken, maar eind maart 1972 was het dan zo ver: collega Joop Weegenhuise (61) kon per 1 april met vervroegd pensioen. Met zijn bijna 42 dienstjaren in het onderwijs maakte hij gebruik van een regeling die pas veel later de VUT zou gaan heten. Zijn hele arbeidzame leven had hij vanaf 1930 op de St. Jozefschool gewerkt, en alle jaren in de vierde klas. Slechts één jaar was hij er tussenuit, toen hij in de jaren '50 muziekdocent werd op diverse scholen van voortgezet onderwijs in het Gooi. Ondanks zijn grote liefde voor de muziek moet het lesgeven hierin hem niet zijn bevallen, want na een jaar was hij al weer terug op zijn vertrouwde post in Sloten. Omdat het officiële afscheid pas later zou komen, stonden we de laatste dag voor de paasvakantie op eenvoudige wijze stil bij zijn vertrek. Op donderdag 30 maart ('Witte Donderdag') zaten we om 14.00 uur met de hele school in de kerk en begeleidde Joop Weegenhuise de kerkdienst als organist, zoals hij als kerkmusicus zijn hele leven al had gedaan. Na afloop mochten de kinderen meteen naar huis en spoedden wij ons naar de personeelskamer voor een afscheidsborrel. Ik herinner me bij het verlaten van de school nog dat Joop voor de laatste maal een blik in zijn lokaal wierp (het lokaal dat het dichtst bij de uitgang lag) dat zojuist door de schoonmaakster in het kader van de grote vakantiebeurt alweer spic en span in de boenwas was gezet. Na de paasvakantie zou een invaller zijn taak in de vierde klas tot de zomervakantie gaan overnemen. Terug naar huis mochten Joop en ik meerijden in de kever van Lies Visser die ons op het Hoofddorpplein afzette. De paasvakantie was begonnen...

V.l.n.r. 1e rij: Betty Schreurs, Ria Wichmann, Wim Bakker, 2e rij: Sjaak Holla, Ineke van Klooster, René Vork, Peter Scheunhage, Henk Castelijn, Gerard Holla, 3e rij: Jan Mulder, Marjan van Veen, Yvonne Rijs, Wim Schönhage, Jos Bakker, 4e rij: Cor van Klooster, Marcel Reimers, Bob Pijnaker, Cees Ruijter, en leerkracht Joop Weegenhuise.

Een reünie na 32 jaar

In 2004 hield mijn 5e klas van 1971-72 een reünie. Dat was dus 32 jaar later dan het jaar waarin ik hun leerkracht was. Twee leerlingen hadden het initiatief genomen deze reünie te organiseren: Ineke Bakker en Tine Bakker. Van de 23 leerlingen die in 1973 de zesde klas verlieten waren er 15 aanwezig. De overige 8 waren verhinderd, maar 6 van hen stuurden wel een reactie die in het reünieboek werd genomen. Ook alle aanwezige reünisten hadden vooraf hun verhaal ingediend. Dat alles bij elkaar leidde tot een lijvig reünieboek van maar liefst 60 pagina's met verhalen en foto's over acht jaar St. Jozefschool. Want ook de kleuterperiode van twee schooljaren was hierin meegenomen.

Ineke en Tine hadden ook diverse oud-leerkrachten weten te bereiken. En zo ontmoette ik die middag tevens vier oud-collega's: Fiet Kunst-Schuss, Tieke Waagemans, Joop van den Brink en Joop Weegenhuise, inmiddels 94. Oud-collega Ben Sol, toen inmiddels 97, moest helaas verstek laten gaan.

Een 'jonkie' voor de klas

Opvallend vond ik het dat ik mijn oud-leerlingen na 32 jaar zonder moeite direct weer herkende. En natuurlijk werden er meteen tal van herinneringen uitgewisseld. En dan hoor je ook opmerkingen over dat inmiddels verre verleden die je nooit eerder hoorde. Zoals enkele oud-leerlingen die -terugkijkend- mij toen toch nog wel een 'jonkie' vonden dat plotseling voor hun klas werd gezet. Dat klopte natuurlijk helemaal en het leuke is dat zij dat destijds ook zo ervoeren en zich dat zoveel jaren later ook zo exact herinnerden. Daarbij zal wellicht nog meegespeeld hebben dat het grootste deel van het onderwijzend personeel in hun kindertijd tussen de 50 en 65 was.

Een reünie, een hel(s)e klus!

In mijn 45-jarige onderwijsloopbaan is het de enige reünie die ik heb meegemaakt. Dan reken ik niet de diverse reünies mee die eind jaren '70 werden georganiseerd door latere oud-leerlingen die nog maar enkele jaren van de school af waren. Want een reünie is pas écht leuk als je vele jaren verder bent. En om dan al die oudgedienden weer bij elkaar te zoeken is een hele en helse klus. Je hebt sowieso enkele initiatiefnemers nodig om iedereen op te sporen. Ik ken één school waar dit heel professioneel verloopt: het St. Nicolaaslyceum, waar ik na de lagere school heen ging. De oud-leerlingenvereniging van deze school, genaamd Myrakel, houdt elk jaar in januari een reünie en brengt zelfs twee keer per jaar een magazine uit met herinneringen en al het wel en wee van oud-leerlingen, zie www.myrakel.nl

 

 

Volgende keer in deel 6: mijn eerste schooljaar loopt ten einde...